coumarines

Lievevrouwebedstro (Galium odoratum)

Laat de Latijnse benaming het al niet vermoeden? Dit bescheiden plantje heeft een bijzonder aangenaam aroma. Vooral dan het gedroogd plantgoed.  Dat komt ons goed van pas bij het uitdenken van nieuwe geurenmengelingen. De typische geur dankt de plant aan de aanwezigheid van coumarines, die bij het drogen uit elkaar vallen waardoor de geur subtieler wordt.

De Nederlandse benaming leunt aan bij de Christelijke legende dat dit kruid gebruikt zou zijn voor het opmaken van Maria’s bed.  De Germanen gebruikten dit plantje ter verering van Freya, godin van de geboorte. Verder werd lievevrouwebedstro ook beschouwd als een heksenwerend kruid. Het gebruik ervan als beschermingsmiddel tegen het kwaad is terug te vinden in veel gebruiken in Europa. Zo werden er bij voorbeeld tuiltjes lievevrouwebedstro aan het bedeinde gehangen van de zieken met koorts.

De plant is  een zeer mooi bodembedekkertje dat houdt van een schaduwrijk plekje. Het plantje bloeit volop in mei met mooie witte bloemetjes. Het oogsten ervan voor toepassingen gebeurt best voor de bloei. Ook bijzonder leuk is dat de blaadjes met acht samen een soort krans vormen.

Vroeger werd het kruid vaak gebruikt ter bevordering van de spijsvertering maar ook om wonden te helen. Het bevat net zoals Engelwortel krampwerende en digestieve eigenschappen.  Verder worden er ook mild slaapverwekkende eigenschappen aan toegeschreven. Vandaag de dag is het medicinaal gebruik ervan beperkt. Al vind je het wel nog terug in kruidenmengelingen voor tisanes.

Culinair kan je aan de slag met dit plantje in ondermeer gebak of om frisse drankjes mee te maken. Enkele takjes een paar uren laten trekken geeft een verfijnde smaak. Laat ze echter niet te lang trekken want anders komen er teveel coumarines vrij en daar kan je hoofdpijn van krijgen. Teveel coumarines kunnen ook aanleiding geven tot braken, dus spring zeker karig om met het gebruik van dit kruid.