Krachtige pannenkoeken met een zoete toets. Heerlijk als ontbijt of als tussendoortje.
Benodigdheden voor 4 pannenkoeken
75 g meel (spelt, tarwe)
1 grote rijpe banaan
125 ml kokosmelk
1 ei
1/4 theelepel natriumbicarbonaat
snufje zout
(geklaarde) boter om te bakken
Werkwijze
Doe het meel in een kom samen met het zout en het natriumbicarbonaat. Meng dit onder elkaar.
Doe de banaan, de kokosmelk en het ei samen in een aparte kom en mix het geheel fijn. Doe dit geheel bij het meel. Meng goed door elkaar met een lepel. Het deeg moet dik lopend zijn. Is het niet vloeibaar genoeg, voeg dan nog een beetje kokosmelk toe.
Indien te vloeibaar, dan voeg je nog een beetje meel toe.
Verwarm een klontje boter op een pan. Het is best om geen al te grote pan te gebruiken. Doe ongeveer 3/4 pollepel van het deeg op de pan en laat het mooi openlopen zodat de pan gevuld is. Bak tot de bovenkant bijna droog is en je de pannenkoek kan omdraaien. Laat nog zo’n 2 minuten bakken. Zet het vuur na verloop van tijd zachter want deze pannenkoeken kunnen sneller aanbranden.
55 g donkere chocolade (bij vb power 80 Barry Callebaut)
10 ml (kokos)melk
1 eierdooier
2 eiwitten
2 eetlepels ahornsiroop
snuifje zout
1/4 koffielepel Ortiga koekkruiden
Werkwijze
Doe de chocolade samen met de (kokos)melk in een klein vuurvast kommetje en verwarm au bain marie. Eens alles begint te smelten roer je goed door. Voeg er vervolgens de eierdooier aan toe. Roer goed door elkaar en haal uit het warmwaterbad. Voeg er dan de ahornsiroop en de koekkruiden aan toe en meng tot een mooi smeuïg en egaal geheel.
Klop de eiwitten samen met het zout tot schuim.
Voeg de chocolademengeling bij het eiwit en roer dit geheel voorzichtig door elkaar zodat het eiwit niet inklapt.
Doe in kommetjes en laat enkele uren opstijven in de koelkast.
45 g kokosroom (die van Oxfam is zeer lekker creamy en bevat geen bewaarmiddelen of additieven)
25 g suiker
120 g speltbloem
1 g koekkruiden
1 g natriumbicarbonaat
snuifje zout
2 handjes grof gehakte pompoenpitten
Werkwijze
Eerst verwarm je de oven voor op 180 graden.
Ondertussen stoof je de pompoenblokjes gedurende 10 minuten gaar in 2 eetlepels olijfolie. Voeg een klein beetje water toe om aanbranden te vermijden.
Rasp de appel. Je hoeft de schil niet te verwijderen, wel het klokhuis. Voeg de geraspte appel samen bij de gestoofde pompoen en mix het geheel tot een smeuïg geheel. Hiervoor gebruik je best een staafmixer.
Voeg vervolgens de rest van de olijfolie, de kokosroom, het ei en de suiker toe en mix alles tot een egale massa.
Neem een aparte kom en doe hierin de bloem, de koekkruiden, natriumbicarbonaat en het zout en meng ze allemaal eens goed door elkaar.
Voeg vervolgens de pompoenmassa toe aan de bloem en roer tot een glad geheel en tot alle bloem is opgenomen.
Tenslotte doe je er de grof gehakte pompoenpitten bij en roer je het geheel nog eens goed door elkaar.
Verdeel het deeg over een muffinvorm en bak gedurende 20 minuten op 180 graden. Laat de muffins eerst even afkoelen in de vorm voor je ze eruit neemt.
Tips
Je kan de kokosroom ook door volle melk vervangen. Voeg dan 5 gram meer olijfolie toe en neem zo’n 40 g melk.
de muffins zijn niet overdreven zoet – wil je een tikkeltje meer voeg dan nog 5 tot 10 gram extra suiker toe.
je kan de speltbloem gerust vervangen door tarwe.
vervang de pompoenpitten eens door pecannoten of hazelnoten of maak er een combinatie van.
Meng alle ingrediënten samen, kneed tot soepel deegje. Laat zo’n 30 minuten rusten in de koelkast.
Vorm koekjes en leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak ze goudbruin op 180-200 graden gedurende 10-15 minuten.
Indien je wenst kan je er een stukje noot in leggen voor het bakken, of na het bakken even een gesmolten donkere chocolade doppen met één kantje.
TIP: wij werken heel graag met geklaarde boter wanneer we verhitten op hoge temperaturen. Het grote voordeel van dit product, dat vooral in de Indiase keuken wordt gebruikt, is dat het tegen zeer hoge baktemperaturen kan zonder schadelijke stoffen vrij te geven. Dit is niet het geval bij diverse andere vetten.
Krachtige dadelballetjes
Voor 10 stuks
10 medjool dadels
40 gram pure chocolade (wij gebruikten de 80% callets van Callebaut)
50 ml kokosmelk
30 gram noten (wij gebruikten een mengeling van hazelnoten en walnoten)
2-3 eetlepels water
snuifje zout
snuifje Ortiga koekkruiden
optioneel voor de afwerking : cacaopoeder of kokospoeder
Verwarm de chocolade au bain marie met de kokosmelk. Eens je een egale massa krijgt voeg je snuifje zout en snuifje kruiden toe.
Hak de noten in stukjes met behulp van een vijzel. De mengeling hoeft niet geheel poederig te zijn, er mogen nog kleine stukjes in zitten. Daarom is een vijzel handiger dan een blender.
Vermaal de dadels tot een pasta met een klein beetje water.
Vermeng de notenstukjes onder de dadelpasta en voeg ook een klein snuifje zout toe. Meng alles door elkaar met de handen. Vorm er balletjes van en haal door de chocolade ganache.
Laat even opstijven in de koelkast. Haal ze erna eventueel nog door cacaopoeder of kokospoeder.
Ze zijn op vele plaatsen talrijk te rapen: de vruchten van de tamme kastanje. Niet te verwarren met de vruchten van de wilde kastanje want deze laatste zijn niet eetbaar. Hoe herken je ze? Vooral aan de bolster. De tamme kastanjes komen uit een stekelige bolster, die van de wilde kastanje uit een ietwat gladdere bolster. De wilde kastanjes kunnen wel gebruikt worden om te wassen. Ze bevatten immers saponinen.
Wij gaan om te kokerellen verder met de tamme kastanjes. Het eerste werkje is de vruchten ontdoen van de pel. Dat kan op diverse manieren. Allereerst maak je een kruis in de onderkant van de vrucht. Dan kan je ze of even (een vijftal minuten) in kokend water leggen. Of je legt ze in een oven van zo’n 200 graden gedurende 5-10 minuten. De schil en het velletje zullen makkelijk loskomen. Laat ze echter niet te lang afkoelen want anders gaat het verwijderen weer wat minder vlot.
De heerlijke tamme kastanje, bevat veel koolhydraten en relatief weinig vet. Dat maakt ze wel moeilijker te bewaren. Gemiddeld zo’n 3 weken met schil op een koele droge plaats. Maar erna beginnen ze rimpelen en worden ze dus slecht. Omdat ik er graag over een aantal maanden ook nog aan de slag mee wil gaan in een workshop ‘ecodesserts maken’ ga ik er een deel opleggen in alcohol.
Inmaken met alcohol
Alcohol heeft conserverende eigenschappen, voor zover het percentage alcohol hoog genoeg is. Suiker en vocht in de in te maken producten kunnen het alcoholgehalte doen dalen. Je hebt toch zo’n 25% nodig om goed te kunnen bewaren. Ik start daarom van een alcohol met 40 graden. En de meest neutrale variant, als je zelf geen pure alcohol wenst aan te schaffen om te verdunnen, is wodka.
Wat heb je nodig?
150 gram gepelde kastanjes
zo’n 500 ml alcohol van 40 graden (wodka)
3 eetlepels gram ruwe rietsuiker
2 vanillestokjes
Doe de gepelde kastanjes in een gesteriliseerde glazen bokaal. Overgiet ze met de alcohol. Voeg de suiker en de vanille stokjes toe. Plaats op een koele donkere plaats om te bewaren.
En voor wie niet wil wachten om de vruchten te consumeren of gebruiken kunnen volgende recepten misschien een inspiratiebron zijn.
Kastanjespread
Heerlijk op pannenkoeken, crackers of brood
Benodigdheden en werkwijze
100 gram gepelde kastanjes
40 ml plantaardige olie – ik heb zelf met koolzaadolie gewerkt omdat die redelijk neutraal is
2 ontpitte dadels
1 koffielepel tahin
1 koffielepel zout
1/2 theelepel citroensap of appelazijn.
Doe alle ingrediënten samen en mix tot een pasta. Indien niet smeuïg genoeg dan voeg je nog een beetje olie toe. Bewaren in de koelkast gedurende een week.
Kastanjedressing of -saus
Een smeuïge crèmeachtige dressing die heel goed tot zijn recht komt bij een herfstslaatje met bijvoorbeeld witloofblaadjes, rode biet, geglaceerde appeltjes en noten. Evt past er ook wel een stukje pittige kaas bij. Voor de vleesliefhebbers kan je werken met reepjes kip of kalkoen
Benodigdheden en werkwijze
100 gram gepelde kastanjes
100 ml room of kokosmelk
1 eetlepel citroensap
peper
1 theelepel zout
Doe alle ingrediënten bij elkaar en mix tot een smeuïg geheel. Werk je met gewone room dan krijg je een zachte saus. Met kokosmelk krijg je een ietwat exotischer karakter. Qua kruiding houden we het sober om de smaken van kastanje optimaal te behouden.
Hetzelfde recept kan goed dienst doen als lekker sausje. Voor bij een stukje vlees of voor een heerlijke pasta met nog typische herfsttoppers: paddestoelen. Je maakt de saus volgens recept met gewone room of de kokosmelk. Eens klaar warm je het op. Je zal merken dat de room heel goed blendt met de kastanjes. Zoals reeds gezegd zijn deze laatste zeer koolhydraatrijk. Ideaal dus voor mooie egale sauzen en dressings te krijgen. En volledig glutenvrij wie daar moet of wil op letten.
Herfstsoep
100 gram gepelde kastanjes
1 ui
1 stok prei
1/4 stuk knolselder
3 theelepels kruidenzout
peper
3 eetlepels olijfolie
2-3 liter water
Was en snijd de groenten. Verwarm de olie en stoof de groenten kort. Voeg het water , het zout en de kruiden toe. Doe er dan de kastanjes bij. Laat zachtjes koken gedurende 20 minuten tot alle groenten zacht zijn. Mix het geheel.
Uiteraard kan je knolselder ook vervangen door andere herfsttoppers zoals pastinaak of aardpeer.
Chocolademousse met krokante kastanjes
Een apart dessertje
Voor 4 potjes
100 gram donkere chocolade
4 eiwitten
2 eierdooiers
3 lepels ahornsiroop
scheutje (kokos)room
snuifje zout
50 gram gepelde kastanjes
arachideolie
1/4 theelepel koekkruiden
2 eetlepels ahornsiroop
Smelt de chocolade au bain marie. Eens gesmolten doe je er de room bij en meng goed door. Voeg er vervolgens de eierdooiers en de ahornsiroop aan toe. Klop de eiwitten stijf met een snuifje zout. Voeg de chocolade toe aan het eiwit en schep alles voorzichtig onder elkaar. Zet gedurende 2-3 uur in de koelkast
Hak de kastanjes grof. Meng de ahornsiroop met de koekkruiden. ‘Wentel’ er de kastanjes door. Bak ze vervolgens gedurende een paar minuten krokant op een pan in een beetje arachideolie. Blijf voortdurend roeren om aanbakken te vermijden.
Verdeel de gearomatiseerde kastanjes over de potjes chocomousse ter garnering.
Een gerechtje dat op diverse momenten van de dag kan gegeten worden: als lunch met een salade bij, als hartig tussendoortje of ’s avonds met warme groenten.
Voor 6 linzencakes
350 gram gekookte (gele) linzen
75 gram hazelnoten
4-5 eetlepels olijfolie
1 flinke koffielepel zout
1/4 koffielepel kurkuma
1 flinke koffielepel ortiga kruiden ‘pittig’
Vermaal eerst de hazelnoten fijn in een blender. Doe er vervolgens de gekookte en afgekoelde linzen bij en vermaal tot een smeuïg geheel. Voeg tenslotte de olijfolie en kruiden toe en meng alles tot een gladde pasta.
Doe de pasta in cakevormpjes of muffinvormpjes. Besprenkel de bovenkant met olijfolie omdat dit anders wat droog kan zijn. Bak ze in een voorverwarmde oven op 160-180 graden gedurende 15 tot 20 minuten.
Voor de chutney
500 gram appelen
200 gram blauwe druiven
1 kleine ui
stukje gember van 2 cm
75 ml appelazijn
25-50 ml water
3 eetlepels ahornsiroop
1 koffielepel zout
2 koffielepels ortiga kruiden ‘garam masala’
2 eetlepels olijfolie
Snijd de apppelen in stukjes. Snipper de ui fijn. Bak de ui samen met de geraspte gember in de olijfolie gedurende een paar minuten. Voeg de appelstukjes toe en bodempje water. Laat dit zo’n 3-5 minuten sudderen. Voeg vervolgens appelazijn, de kruiden, het zout en rest van het water toe. Laat alles op een zeer laag vuurtje sudderen gedurende 30 minuten. Voeg er tenslotte de druiven aan toe en laat nog zo’n 10 minuten sudderen tot het meeste vocht verdampt is en de vruchten zacht zijn. Doe de warme chutney in gesteriliseerde bokalen en zet omgekeerd.
Voor de linzencakes werk ik steeds met gele linzen (mung dhal). Deze zijn te koop in een Asiatische winkel. Maar je kan het gerust ook proberen met andere soorten linzen. Het voordeel van de gele linzen is dat je die niet vooraf hoeft te weken. Enkel koken gedurende 20 minuten.
Voor de chutney kan je gerust de druiven vervangen door pruimen of zelfs met gedroogde vruchten werken.
Het is weer zover -vlierbloesemtijd. En daar profiteren we van om mee aan de slag te gaan. Complexloos deze keer.
Een aantal bereidingen die nog wat houdbaar zijn zodat we nog een tijdje kunnen nagenieten van het heerlijk aroma en de subtiele smaak van dit toppertje van de natuur.
Vlierbloesemazijn
Een heerlijk aromatische azijn waarmee je diverse lekkere dressings kan maken
DIT HEB JE NODIG
8 tot 10 schermen vlierbloesem
appelazijn of witte wijnazijn
klein bokaaltje (100 tot 150 ml)
ZO GA JE TE WERK
Knip de stengels van de schermen en doe de bloemetjes in het bokaaltje. Overgiet met de azijn zodat alles onder staat. Laat gedurende 2 tot 3 weken trekken. Filter de azijn en doe in een flesje.
Vlierbloesemhoning
DIT HEB JE NODIG
8 tot 10 schermen vlierbloesem
vloeibare honing
klein bokaaltje (100 tot 150 ml)
ZO GA JE TE WERK
Knip de stengels van de schermen en doe de bloemetjes in het bokaaltje. Overgiet met de honing. Zorg dat de bloemetjes goed overgoten zijn met honing. Meng evt met een lepel. Een lekker gearomatiseerde honing die je niet hoeft te filteren. Lekker op pannenkoeken, bij ijs.
Confituur van rabarber, aardbei en vlierbloesem
DIT HEB JE NODIG
700 gram rabarber
300 gram aardbeien
800 gram ruwe rietsuiker
sap van 2 citroenen
5-6 schermen vlierbloesen (of meer indien gewenst)
ZO GA JE TE WERK
Snijd de rabarber en aardbeien in kleine stukjes. Doe in een grote kom en breng zachtjes aan de kook. Voeg de suiker toe en het citroensap en laat zo’n 10 tot 15 minuten pruttelen. Voeg er op het einde de schermen vlierbloemen (ontdaan van het meeste stengel) aan toe en laat nog een paar minuten zachtjes koken.
Doe het geheel in gesteriliseerde bokaaltjes.
Vlierbloesemsiroop
DIT HEB JE NODIG
1 kg ruwe rietsuiker
1 liter water
30 schermen vlierbloesem
2 citroenen
ZO GA JE TE WERK
Breng water en suiker aan de kook. Laat even pruttelen en laat afkoelen.
Doe de vlierbloesem, ontdaan van meeste stengel in een grote bokaal. Overgiet met de afgekoelde siroop. Snijd de citroenen in partjes en leg bovenaan de bokaal. Laat dit geheel 2-4 dagen trekken (in de koelkast).
Filteren en bottelen.
Erg lekker bij ijs, in drankjes zoals witte wijn en champagne, om limonade mee te maken of gewoon om gerechten subtiel te zoeten zoals een compôte van rabarber.
Wil je het nog makkelijker maken en toch van de weldaden van de bloesem genieten. Garneer dan desserten, fruit, slaatjes naar hartelust met deze heerlijke bloemetjes.
2 gekookte eieren
2 eetlepels olijfolie
80 gram wit en groen van prei – fijn gesneden
1 theelepel citroensap
1 theelepel witte wijnazijn
1 theelepel geraspte verse gember
1 theelepel Ortiga groentenkruiden
½ theelepel (kruiden)zout
Naar wens enkele druppels pikante saus of een snuifje cayennepeper
Werkwijze
Snijd de prei fijn. Kook de eieren een 5-6 tal minuten. Ze mogen goed hard gekookt zijn. Doe de fijngesneden prei in een zeefje en stoom boven het water van de eieren gedurende 5 minuten. Zet hiervoor het deksel op de pot en het zeefje zodat de prei kan garen. Laat prei en eieren afkoelen. Pel de eieren. Prak ze. Doe vervolgens de eieren en de prei samen met de geraspte gember in een blender en vermeng tot gladde pasta. Voeg de olie, azijn, het citroensap, zout en kruiden en eventueel de pikante saus toe en vermeng weerom met de blender.
Tips voor gebruik
Heel lekker beleg op een sneetje (zuurdesem)brood gecombineerd met rucola, kerstomaatjes en geroosterde pijnboompitten.
Andere lekkere combinatie: boterham eierspread met krokantje van salie. Voor het krokantje snipper je een paar blaadjes salie fijn en die bak je aan in een hete pan met olijfolie tot het krokant is maar niet verbrand. Spreid de snippers op de boterham met preierspread.
Opgelet: indien u een gmail of hotmail adres hebt, kan onze nieuwsbrief in de promoties/spam-folder terecht komen. Voeg info@ortiga.be toe als contact.